In het wild leeft de Roze Lepelaar in het Caribisch gebied, de randen van Centraal-Amerika en in Zuid-Amerika. De habitat bestaat uit inlandse wetlands met venen, moerassen, broekbossen, en inlandse wetlands met permanente zoetwatermeren.
De Roze Lepelaar is een grote waadvogel met lange poten. Deze vogel heeft een lange nek en een lange en spatelvormige snavel. Het verenkleed en de poten bevatten een roze kleur. De intensiteit van de kleur is afhankelijk van de leeftijd en de locatie. De nek en borst kleuren wit.
De Roze Lepelaar heeft een lichtgroene en kale kop. Tijdens het broedseizoen verandert deze kleur naar dof goud. Bovendien komt tijdens het broedseizoen felrode schouders zichtbaar.
De Roze Lepelaar is een omnivoor. Dit betekent dat deze vogelsoort zowel plantaardig als dierlijk materiaal eet.
Het dierlijk dieet bestaat uit kleine vissoorten, schaaldieren, Waterkevers, Weekdieren, Slakken en andere Insecten. De Roze Lepelaar eet ook plantaardige materialen zoals vezels en wortels van de Cypergrassenfamilie.
De Roze Lepelaar leeft in kleine zwermen. Tijdens het broedseizoen leeft deze vogelsoort koloniaal. De kolonie bestaat uit enkel Roze Lepelaars of in combinatie met andere vogelsoorten zoals de Rode Ibis (Eudocimus ruber), Kwak (Nycticorax nycticorax) en Koereiger (Bubulcus ibis).
Deze vogelsoort hanteert een serieel monogaam paringssysteem. Dit betekent dat een koppel voor 1 broedseizoen monogaam leeft.
De Roze Lepelaar heeft 2 bewegingsgedragingen die eigen zijn aan de Roze Lepelaar.
Bij “Upflight” stijgt de broedkolonie van Roze Lepelaars massaal op, waarbij de vogels rondjes vliegen en vervolgens terug landen. Vooraf aan het opvliegen, nemen de vogels een rechtopstaande houding aan. De “Upflight” voeren de vogels mogelijk uit als alarmreactie op roofdieren.
“Sky-Gazing” voeren de vogels uit als reactie op een overvliegende Lepelaar. Buiten het broedseizoen komt deze vertoning voor bij onvolwassen en volwassen vogels. In het broedseizoen komt deze vertoning vaker voor bij volwassenen voor de paarvorming, dan nadat de paren gevormd zijn. Bij “Sky-Gazing” strekken de staande vogels in de kolonie of zwerm de nek volledig uit en richten ze de snavels voor enkele secondenlang naar de hemel. Bij deze vertoning worden er geen geluiden geproduceerd.
De Europese flamingo’s, Ibissen en Lepelaars staan allemaal gekend als koloniebroeders. Hierdoor komt het natuurlijk gedrag van deze 3 diersoorten het beste tot zijn recht als ze in een kolonie samenkomen.
In het Tropisch Paradijs (en in de rest van het park) zie je verschillende (aangelegde) vijvers en meren. Met deze verschillende niveaus van het water stimuleert Mondo Verde het natuurlijk gedrag bij de dieren.