Skip to content Skip to footer

Geelvleugelara

Te zien: Tropisch Paradijs

Wetenschappelijke naam: Ara macao

IUCN-status Bedreigd

Algemene informatie

Ondanks dat de Geelvleugelara geen bedreigde diersoort is, kent de vogel wel vele gevaren. De populatie daalt in het wild. 

In Costa Rica heeft de Geelvleugelara al een groot gedeelte van het oorspronkelijke verspreidingsgebied verloren. In Midden-Amerika zijn er waarschijnlijk nog maar 4.000 individuen. Maar hoe komt dit? De grootste bedreigingen voor de Geelvleugelara’s zijn habitatverlies en huisdierenhandel. Habitatverlies treedt op door het vernietigen van het regenwoud. Mensen stelen vaak Geelvleugelara’s uit nesten om ze op de zwarte markt te verkopen. Hierdoor wordt er met de vogel intensief geëxploiteerd voor de huisdierenhandel. Het is onze taak om deze vogelsoort te beschermen en om het behoud van de biodiversiteit te ondersteunen.

Habitat

De Geelvleugelara leeft in Costa Rica, in Panama en in het noorden en oosten van Colombia. Bovendien komt deze vogelsoort van het oosten door Venezuela, Guyana, Frans-Guyana en Suriname heen tot in Centraal-Brazilië, en van het zuiden tot het oosten van Ecuador voor.

 

Deze vogelsoort leeft in een groot aantal van habitattypes, van vochtige regenwouden tot loofbossen, bossen langs rivieren en galerijbossen in open savannelanden. De habitat moet voorzien zijn van voldoende hoge bomen om aan de voedsel- en nestbehoeften te voorzien.

Dieet

De Geelvleugelara foerageert op zaden, bladeren, bloemen, nectar, pulp, schors, fruit en sap. Dit betekent dat deze vogelsoort een frugivoor, granivoor, nectarvoor en een plantenetende diersoort is.

De Geelvleugelara foerageert in het hoge bladerdak om te zoeken naar eten. Wanneer de vogel een vrucht of zaad gevonden heeft, zal hij dit op de voorste rand van de onderkaak en op het hoornachtige gehemelte van de bovenkaak leggen. Aan de binnenkant is de punt geribbeld om grip te bevorderen.

 

De voorste rand van de onderkaak zal in de zaadhuid drukken, waardoor het buitenste vlies van het zaad zal verdwijnen. Vervolgens draait de vogel met de tong om het zaad heen. Hierdoor zal de pulp verwijderd worden. Het zaad wordt dan gespleten en opgegeten. Dit alles gebeurt met grote behendigheid en snelheid.

 

Uiterlijk

De Geelvleugelara heeft een grootte van 84 tot 89 centimeter, met een gewicht van 900 tot 1.490 gram. Het grootste gedeelte van het lichaam heeft een rood verenkleed. Bovendien kleurt de kop ook rood. Rondom het oog is de huid kaal en witgekleurd. De onderkant van de snavel bevat een zwarte tint. De bovenkant van de snavel heeft een wittige kleur. De bovenste en middelste vleugeldekveren kleuren geel en zijn groen omrand. De vliegveren daarentegen bevatten een blauwe kleur. De ondervleugelveren kleuren rood. De rug, stuit en staartdekveren hebben een lichtblauwe tint. De staartveren kleuren rood, met een blauwe punt.  

Sociaal gedrag

De Geelvleugelara is een monogame vogelsoort. De paarband duurt over het algemeen voor het leven. Daarnaast is deze vogelsoort samenscholend. Dit betekent dat de Geelvleugelara in groepen roest.

 

De Geelvleugelara maakt korte en onmuzikale geluiden. Het wordt gekenmerkt door een schrille, scherpe, raspende en harde geluiden. De lange roep bestaat uit een warrige mengelmoes van fluitjes en kraakjes. Om binnen de groep te communiceren, om territoria af te bakenen en om elkaar te identificeren gebruikt de Geelvleugelara vocalisaties. Tijdens het poetsen, zullen paren communiceren met elkaar.

Toch hoor je de Geelvleugelara in het wild niet vaak. Dit komt omdat de vogels vermoedelijk in constante angst voor roofdieren leven.  Hierdoor houden Geelvleugelara’s zich het grootste gedeelte van de dag stil. Er worden enkel een uur na zonsopgang, tijdens het poetsen of spelen in de veiligheid van hoge bomen tijdens de middag, tijdens het vliegen en een uur voor zonsondergang luid gevocaliseerd. 

Natuurlijk gedrag

In het wild eet de Geelvleugelara vaak onrijpe vruchten boordevol giftige stoffen. Om deze reden bezoekt de Geelvleugelara regelmatig kleibanken en zoutgebieden. De klei helpt namelijk bij het absorberen of filteren van de giftige stoffen.