Sperwer
Accipiter nisis
Habitat
De Sperwer komt in Europa en van Oost-Anatolië tot West-Siberië voor. Deze vogelsoort overwintert in het zuiden tot aan Noordoost-Afrika en het Midden-Oosten. De Sperwer bewoont (gemengde) bossen, parken, landbouwvelden en stedelijke omgevingen. Deze vogelsoort heeft een voorkeur voor dichtbegroeide bossen naast open gebieden om te foerageren.
Uiterlijk


Dieet
Het dieet van de Sperwer bestaat uit dierlijk materiaal. Dit betekent dat deze vogelsoort een carnivoor is.


Broeden
Het broedseizoen vindt van april tot en met juni plaats, maar varieert naargelang de breedtegraad. Deze vogelsoort hanteert een monogaam paringssysteem, maar de partners kunnen ieder jaar veranderen.
Het baltsgedrag bestaat uit het maken van vluchten met een vrij kiekendiefachtige actie tijdens de patrouille doorheen het territorium. Zowel het mannetje als het vrouwtje zullen golvende vluchten en stortduikingen uitvoeren als baltsvertoningen.
Ieder jaar bouwt de Sperwer een nieuw nest en bevindt zich in een bos in de buurt van een open plek. Het nest wordt in de lagergelegen kruin, in een vork of op een tak gebouwd. Het nest bestaat uit een platform van stokken met weinig tot geen groenachtig materiaal.
Het legsel bestaat uit 1 tot 7 eieren, maar meestal zijn het 3 tot 6 eieren. Er kan 2 keer een vervangend legsel komen in hetzelfde broedseizoen. Per ei heeft het vrouwtje gemiddeld 32 tot 34 dagen nodig om het ei uit te broeden. Het mannetje zal enkel voor eten zorgen tot halverwege de worp. Het vrouwtje zal de anderen voeden. Na circa 26 dagen vliegen de jonge mannetjes uit en na ongeveer 30 dagen verlaten de jonge vrouwtjes het nest. De jongen zullen na het uitvliegen nog 3 tot 4 weken gevoed worden.



