Koolmees
Parus major
Habitat
De Koolmees komt in geheel Europa voor. Het leefgebied bestaat uit open loof- en gemengde bossen, randen en open plekken in dichte bossen, (stads)parken, boomgaarden, tuinen en landbouwgronden.

Uiterlijk


Dieet
De Koolmees is een omnivoor, wat betekent dat deze vogelsoort zowel plantaardig als dierlijk materiaal eet.


Broeden
Deze vogelsoort hanteert een monogaam paringssysteem gedurende het broedseizoen. In het volgende broedseizoen kan de paarband opnieuw gevormd worden, mits beide partners nog in leven zijn. In eerste instantie zal het mannetje zingen om een vrouwtje aan te trekken. Het vrouwtje zal de grootte van de buiklijn bekijken, want dit geeft de vitaliteit van het mannetje weer. Het mannetje zal de witheid van de wangvlek van het vrouwtje controleren. Hoe witter de wangvlek, hoe beter haar nestzorg is.
Het broedseizoen vindt van eind januari tot en met september plaats. In Nederland start de Koolmees met broeden vanaf eind april. Tijdens het broedseizoen heeft de Koolmees een eigen territorium. Soms nestelen paren van Koolmezen dicht bij elkaar zodat de vogels samen vijanden kunnen verjagen.
Het vrouwtje bouwt het nest uit plantenvezels, grassen, mos, dierenhaar, wol en veren. Het nest wordt in een holte van een boom of in een nestkast gemaakt.
Het vrouwtje legt 5 tot 12 eieren per broedsel. Het uitbroeden van de eieren zal pas starten wanneer alle eieren zijn gelegd. Het vrouwtje broedt de eieren uit over een periode van 12 tot 15 dagen. Het mannetje zal het vrouwtje voorzien van voedsel. De kuikens zullen door beide ouders gevoed worden. De kuikens zullen na 16 tot 22 dagen uitvliegen. Tijdens het broedseizoen kunnen er 2 broedsels plaatsvinden.
Hoe help jij de Koolmees?
De Koolmees prefereert nestkasten in plaats van natuurlijke holen. In sommige gevallen is de gehele populatie zelfs afhankelijk van de beschikbaarheid van nestkasten. De binnenmaat van de nestkast van 12x12x25 cm is uiterst geschikt voor deze vogelsoort. De invliegopening met een diameter van 32 mm is voldoende voor deze vogelsoort. De nestkast hang je het beste op een hoogte van minimaal 2 m, met de invliegopening op het oosten gericht. Bovendien kan jij een voedertafel beschikbaar stellen, want de Koolmees staat bekend als een frequente bezoeker van voedertafels. Deze vogelsoort houdt van vet, brood, kaas, huishoudelijke restjes, pinda’s en zonnebloempitten.



Pimpelmees
Cyanistes caeruleus
Habitat
De Pimpelmees leeft in geheel Europa en in het westen en noorden van Anatolië. Deze vogelsoort bewoont submontane loofbossen, breedbladige en altijdgroene bossen, struwelen, struikgewasgebieden, heggen, boomgaarden, randen van landbouwgebieden, (stads)parken, tuinen en laaglandgebieden.



Uiterlijk


Dieet
De Pimpelmees voedt zich met ongewervelde dieren, fruit en zaden. Het voedselaanbod is grotendeels afhankelijk van het seizoen.


Broeden
De Pimpelmees hanteert een monogaam en polygaam paringssysteem. Deze vogelsoort broedt territoriaal en solitair.
Bij het paringssysteem voert het mannetje ‘vlindervertoningsvluchten’ en ‘hoge vertoningsvluchten’ uit om het vrouwtje te imponeren. Vervolgens zal hij gaan ‘dansen’. Wanneer het vrouwtje de ‘dans’ goedkeurt, zal zij het mannetje benaderen en met de vleugels beginnen te trillen.
Het vrouwtje maakt een bekervormig nest, bestaande uit mos, gedroogd gras, fijnere schorsstroken, plantenvezels, bladeren, dierenhaar en veren. Het nest bevindt zich in de holte van een boom, muur, paal of nestkast.
Het vrouwtje legt 7 tot 13 eieren en broedt deze in 12 tot 16 dagen uit. Tijdens deze periode zorgt het mannetje voor voedsel. Na het uitkomen van de eieren zal het paar de kuikens 16 tot 23 dagen verzorgen in het nest. Na het uitvliegen zullen zij nog 14 tot 21 dagen gevoed worden door de ouders.
Hoe help jij de Pimpelmees?
De Pimpelmees maakt veelvoudig gebruik van nestkasten. Daarom kan jij een nestkast bij jou in de tuin ophangen, om deze vogelsoort een handje te helpen.
Een nestkast van 12x12x22 cm is uiterst geschikt voor deze vogelsoort. Omdat de Pimpelmees een kleine vogelsoort is, zal een invliegopening van 28 mm voldoende zijn. De nestkast plaats je het beste op een hoogte van 2 tot 3 meter, met de invliegopening op het noorden, noordoosten of oosten gericht.



Staartmees
Aegithalos caudatus
Habitat
De Staartmees komt in geheel Europa voor, met uitzondering in het hoge en arctische noorden. Het leefgebied bestaat uit loofbossen, gemengde bossen, rivierbossen, struikgewasgebieden, beboste parken, struwelen en tuinen. Deze vogelsoort houdt van gebieden met een goed ontwikkelde struiklaag, rijke ondergroei en enkele dode of afstervende bomen.



Uiterlijk


Dieet
De Staartmees voedt zich hoofdzakelijk met ongewervelde dieren. Tijdens de herfst en winter eet deze vogelsoort zaden, knoppen en pinda’s.


Broeden
De broedperiode vindt van midden maart tot en met juni plaats.
Een gevormd koppel bouwt samen het koepelvormige nest, bestaande uit mos, kleine grassprieten, cocons van Insecten en korstmos. De binnenkant van het nest wordt met veertjes bekleed. Het nest bevindt zich in een lage doornstruik, in een boomvork of tegen een stam.
Het vrouwtje legt 6 tot 15 eieren en broedt deze in 12 tot 18 dagen uit. Het mannetje zal haar tijdens deze periode eten brengen.
Deze vogelsoort broedt vaak coöperatief. Dit betekent dat een koppel door 8 andere Staartmezen (van mislukte broedpogingen) bijgestaan wordt bij het verzorgen en beschermen van de kuikens. Na 14 tot 18 dagen na het uitkomen vliegen de jongen uit, waarbij ze nog ten minste 14 dagen door de ouders en helpers gevoed worden.
Hoe help jij de Staartmees?
De Staartmees broedt zelden in een nestkast, maar je kan wel zeker iets betekenen voor deze vogelsoort. Tijdens de winter vindt de Staartmees weinig Insecten, waardoor deze vogelsoort zaden, knoppen en pinda’s eet. Je kan de Staartmees helpen door vetbollen en ander voedsel met kleine zaadjes op te hangen en neer te leggen in de tuin.


