Gele kwikstaart
Motacilla flava
Habitat
De Gele kwikstaart komt in geheel Europa voor, met uitzondering van IJsland, Schotland en Ierland. Het leefgebied bestaat uit vochtige of natte gebieden met lage vegetatie, zoals vochtige weiden, moerassen, vochtige steppe en grastoendra. In West-Europa broedt de Gele kwikstaart vrijwel alleen in agrarische gebieden en in reservaten met een extensief graslandbeheer.

Uiterlijk


Dieet
De Gele kwikstaart voedt zich met ongewervelde land- en waterdieren, zaden en bessen.


Broeden
Het broedseizoen varieert naarmate de breedtegraad. In Nederland broedt de Gele kwikstaart van eind april tot in juli.
De Gele kwikstaart hanteert een monogaam paringssysteem. Tijdens de lente gaan de Gele kwikstaarten op zoek naar een partner. Ze zullen korte fladdervluchten houden. Het mannetje zal tegelijkertijd zingen. Vervolgens toont hij zijn borstveren, klapt hij zijn vleugels naar beneden en spreidt zijn staart op de grond uit terwijl hij langzaam rond het vrouwtje cirkelt.
Het paar leeft solitair en broedt territoriaal tijdens het broedseizoen. Het vrouwtje zal een bekervormig nest bouwen van gras, op of dicht bij de grond. De binnenkant wordt bekleed met dierenhaar.
De Gele kwikstaart heeft 1 of 2 legsel per broedseizoen en per legsel legt het vrouwtje 4 tot 6 eieren. Beide geslachten broeden de eieren in 11 tot 13 dagen uit. De kuikens blijven voor 10 tot 11 dagen in het nest, terwijl ze van beide ouders eten krijgen. Na het uitvliegen blijven de jongen nog enkele weken bij de ouders voordat ze onafhankelijk zijn.



Witte kwikstaart
Motacilla alba
Habitat
De Witte kwikstaart leeft in geheel Europa. Deze vogelsoort bewoont niet-beboste, natte en droge habitatten, zoals kusten, rotsachtige of zanderige gebieden in de hooglanden, langzaam stromende rivieren in de laaglanden, oevers van meren, landbouwgronden, tuinen, parken en graslanden.



Uiterlijk


Dieet
De Witte kwikstaart voedt zich met kleine land- en waterdieren, kruimels en andere huishoudelijke restjes.


Broeden
De Witte kwikstaart hanteert een monogaam paringssysteem. De balts start met een achtervolging van het vrouwtje door het mannetje. Vervolgens gaan ze samen naar de grond. Het mannetje houdt zijn snavel omhoog om zijn keelpatroon aan het vrouwtje te tonen. Hierna loopt het mannetje in een zigzagbeweging rondom het vrouwtje. Als laatste maakt het mannetje diepe buigingen en houdt hij zijn staart uitgespreid omlaag.
Het broedseizoen vindt plaats van begin april tot en met augustus. Het nest wordt door het koppel gebouwd en bestaat uit een open beker van twijgen, grasstengels, wortels en mossen. De binnenkant van het nest wordt met haar, wol en veren bekleed. Het nest bevindt zich meestal laag bij de grond, tussen spleten in bomen, rotsen, kliffen, muren en bruggen.
Het vrouwtje legt 3 tot 8 eieren. Zowel het mannetje als het vrouwtje broeden de eieren uit, maar het vrouwtje doet het meeste werk. Het uitbroeden van de eieren duurt 11 tot 13 dagen. Na het uitkomen krijgen de kuikens eten van beide ouders en blijven ze in het nest voor een periode van 11 tot 16 dagen. Nadat ze het nest verlaten hebben, zullen ze nog 1 week door de ouders gevoed worden.



Hoe help jij de Gele kwikstaart en Witte kwikstaart?
Zowel de Gele kwikstaart als de Witte kwikstaart maken gebruik van een halfopen nestkast.
Voor de Gele kwikstaart hang je de nestkast in de buurt van stromend water (met loofbomen in de buurt). De nestkast plaats je het beste onder een brug of stuw, aan een schuur of steiger in de buurt van het water. De nestkast dient dicht bij de grond geplaatst te worden, met een maximumhoogte van 2 m.
Voor de Witte kwikstaart plaats je de nestkast in een open gebied op een hoogte van 1,50 tot 3 m.