Skip to content Skip to footer

Bosuil

Strix aluco

Habitat

De Bosuil komt in vrijwel heel Europa voor. Deze uilensoort ontbreekt in bosarme, droge streken en in sneeuwrijke gebieden in Noord-Europa. De Bosuil leeft ook niet in Ierland en IJsland.

Deze uilensoort bewoont open en halfopen bossen, loofbossen en gemengde bossen. Bovendien komt de Bosuil voor bij boerenerven, landbouwgronden met bomen, (stads)parken, groene woonwijken, grotere tuinen in dorpen en steden, omzoomde stadslanen met bomen, rotsachtige gebieden met voldoende boom- en struikgewassen en leeft plaatselijk in duingebieden.

Voor de Bosuil is het belangrijk dat de habitat bestaat uit voldoende bomen, voedselbeschikbaarheid en roest- en broedplaatsen.

Uiterlijk

Dieet

De Bosuil is gespecialiseerd in het vangen en doden van levende prooien.

Broeden

Het broedseizoen vindt van februari tot en met juli plaats. Normaliter leeft de Bosuil monogaam en vormt een paar voor het leven. Bij sommige relaties heerst er bigamie, waarbij een mannetje een relatie met 2 vrouwtjes vormt.

In het begin van het broedseizoen bakent de Bosuil het territorium af en gaat zoeken naar een partner. Wanneer het mannetje een potentiële partner gevonden heeft, zal hij starten met de baltsroep. Het vrouwtje reageert hierop met haar eigen baltsroep. Vervolgens zal het paar kroelen en tegen elkaars snavels aanwrijven, waarmee de onderlinge band versterkt.

De Bosuil nestelt in een hol van een boom, klif, oud spechtenhol, oud eksternest of een oud eekhoornnest. Soms maakt deze uilensoort gebruik van een gat in de grond of nestelt tussen boomwortels.

Het vrouwtje legt 1 legsel dat bestaat uit 2 tot 9 eieren met een leginterval van 2 tot 4 dagen. Het vrouwtje broedt de eieren uit, terwijl het mannetje haar voorziet van voedsel. Na 28 tot 30 dagen komen de eieren asynchroon uit.

Het vrouwtje blijft bij de kuikens totdat ze ongeveer 15 dagen oud zijn. Hierna zal zij het nest verlaten om het mannetje te helpen met het foerageren en het voeden van de kuikens. Na 25 tot 30 dagen verlaten de kuikens het nest en verstoppen zich in nabijgelegen takken. Na 32 tot 37 vliegen de jongen uit en na 3 maanden zijn de jongen volledig onafhankelijk.

Hoe help jij de Bosuil?

Wanneer jij in een geschikt leefgebied woont, zou je een nestkast voor de Bosuil kunnen ophangen in de tuin. Als een koppel de nestkast gaat bewonen, moet je het paar vooral met rust laten. De Bosuil kan namelijk agressief reageren wanneer je bij het nest in de buurt komt.

Voor de Bosuil zijn er speciale uilenkasten beschikbaar. De invliegopening (met diameter van 13 cm) dient aan de voorkant te zitten, zodat de Bosuil rechtstreeks de nestkast in kan vliegen. De invliegopening moet niet gericht zijn naar het zuiden en het westen. Bovendien moet je de nestkast niet plaatsen op een plek in de volle zon. Het beste kan je de nestkast plaatsen op een minimale hoogte van 4 m in een grote en stevige boom.

De nestkast moet je absoluut niet plaatsen boven een poel of vijver, omdat de kuikens bij het verlaten van het nest zich naar beneden laten vallen. Wanneer er een poel of vijver onder het nest bevindt, zullen de kuikens verdrinken.