Skip to content Skip to footer

Boomkruiper

Certhia brachdactyla

Habitat

De Boomkruiper komt in grote delen van Europa voor, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Fenno-Scandinavië, de Baltische Staten en Rusland. Het leefgebied omvat (randen van) gemengde bossen, loofbossen, goed beboste landbouwgronden en voorstedelijke gebieden.

Uiterlijk

Dieet

De Boomkruiper eet ongewervelde dieren en zaden.

Broeden

Het broedseizoen begint in april en duurt tot half juni. De Boomkruiper leeft in polygamie en gelijktijdige bigamie.

Het mannetje start met het maken van 2 à 3 nestbodems. Het vrouwtje kiest een nestbodem uit en gaat het nest verder bouwen. Het nest bestaat uit twijgen, naalden, gras, schors, plantenvezels en papier. De binnenkant van het nest wordt met veren, haar, dons, wortels en mos bekleed. Het nest bevindt zich tussen losse stukken schors, in een nauwe boomholte of in een spleet van een boomstam.

Het vrouwtje legt 4 tot 9 eieren. Deze broedt zij in 13 tot 15 dagen uit. De kuikens blijven 15 tot 18 dagen in het nest en worden door beide ouders gevoed. Wanneer het vrouwtje de kuikens voedt, zal het mannetje starten met het maken van 2 à 3 nieuwe nestbodems. Vanaf dag 10 tot 12 neemt het mannetje de verzorging van de jongen voor zijn rekening, zodat het vrouwtje kan starten met het bouwen van het 2e nest. Dit betekent dus dat de Boomkruiper dubbelbroedend is.

Boomklever

Sitta europaea

Habitat

In Europa komt de Boomklever in de gematigde delen voor. Deze vogelsoort bewoont volgroeide bossen van oudere loofbossen, volgroeide gemengde bossen, parken en oude boomgaarden.

Uiterlijk

Dieet

De Boomklever is een omnivoor. Dit betekent dat deze vogelsoort zowel plantaardig als dierlijk materiaal eet.

Broeden

Het broedseizoen vindt meestal in april en mei plaats. De Boomklever hanteert een monogaam paringssysteem. Aan het begin van het broedseizoen zingt het mannetje om het territorium kenbaar te maken en om een potentiële partner aan te trekken. Vervolgens zullen beide geslachten ‘baltsvluchten’ uitvoeren.

Het vrouwtje kiest een geschikte holte uit om een nest in te maken. De fundering van het nest bestaat uit houtsnippers en schorsvlokken. Het vrouwtje gebruikt modder, mest, wortels en mos om de nestopening op de exacte grootte van haar lichaam te maken.

Het vrouwtje legt 4 tot 13 eieren en broedt deze in 13 tot 18 dagen uit. De ouders voeden gedurende 19 tot 29 dagen de kuikens in het nest. Na het uitvliegen (8 – 14 dagen) zijn de jongen grotendeels zelfstandig.

Hoe kan jij de Boomklever en Boomkruiper helpen?

Voor de Boomklever en Boomkruiper kan je een soortspecifieke nestkast ophangen in de tuin. Het beste plaats je de nestkast in een oude boom omringd door andere bomen, op een minimale hoogte van 2 m. De volle zon mag niet de gehele dag op de nestkast schijnen vanwege oververhitting. De nestkast bevat een zijwaartse opening, waardoor beide vogelsoorten direct via de boomstam de nestkast kunnen betreden. De invliegopening mag niet gericht zijn in zuidelijke of westelijke richting vanwege de neerslag.

Tijdens de winter kan je vetbollen, pinda’s en ander vogelvoer ophangen of op de voedertafel leggen voor de Boomklever. De Boomkruiper help je door wat zaden onder struiken of bomen te strooien.