Waardplanten zijn speciale planten waar vlinders, zoals de Kolibrievlinder, hun eitjes op leggen. Als de eitjes uitkomen, eten de rupsen van die planten. Zo groeien de rupsen tot ze groot en sterk zijn om te veranderen in vlinders. Hierom zijn waardplanten van essentieel belang voor het voortbestaan van vlindersoorten, want zonder waardplanten zijn er geen rupsen en dus uiteindelijk ook geen vlinders.

Elke vlindersoort heeft zijn eigen favoriete planten. De rups voedt zich met de volgende waardplanten: Geel walstro (Galium verum), Meekrap (Rubia tinctorum) en Glad walstro (Galium mollugo).

De meeste vlindersoorten, zoals de Kolibrievlinder, hebben nectar nodig om te overleven. Nectar halen de vlinders uit nectarplanten. Nectar is een stroperig vocht dat afkomstig is uit bloemen. Dit vocht bevat veel suiker, kleine hoeveelheden eiwitten en vitamines. Nectar levert de energie die de Kolibrievlinder nodig heeft om te kunnen vliegen.

De Kolibrievlinder voedt zich met Lavendel (Lavandula), IJzerhard (Verbena officinalis), Vlinderstruik (Buddleja), Rode spoorbloem (Centranthus ruber), Slangenkruid (Echium vulgare), Kamperfoelie (Lonicera), Zeepkruid (Saponaria officinalis), Koninginnekruid (Eupatorium), Gelderse roos (Viburnum opulus), Vlambloem (Phlox), Vlijtig liesje (Impatiens walleriana) en Distel (Carduus).              

Om de Kolibrievlinder te helpen plant je nectarrijke planten met lange en buisvormige bloemen in de tuin. Dit komt omdat de Kolibrievlinder een lange roltong heeft en het nectar uit de diepere bloemen haalt. De Kolibrievlinder legt eitjes op Walstro (Galium). Plant deze planten in een hoekje van je tuin om de rupsen een plek te geven om zich te ontwikkelen. Daarnaast houden Kolibrievlinders van warmte. Hierom dien je voor beschutte, zonnige plekjes te zorgen waar de planten goed bloeien.