Skip to content Skip to footer

Weidehommel

Bombus pratorum

Habitat

De Weidehommel komt in Europa en in de gematigde delen van Azië voor. Deze hommelsoort komt het meest voor in bosrijke omgevingen, zoals tuinen, ruderale terreinen en rommelige landschappen met veel Bramen (Rubus).

Uiterlijk

Levenscyclus

De Weidehommel vliegt van maart tot en met september. Een kolonie bestaat uit 50 tot 120 individuen.

De koningin overwintert in een beschutte plek, zoals in de grond of op andere vorstvrije plekken. Van eind februari tot begin maart ontwaakt de koningin uit haar winterslaap. Ze zal zich voeden en zoeken naar een geschikte nestlocatie. De nestlocatie kan zowel boven- of ondergronds zijn, in de vegetatie of in holtes zoals oude vogelnestjes, mos, hoopjes gras of onder stenen. 

Nadat een geschikte nestplaats gevonden is, legt de koningin eitjes in de nestcellen. Elke cel voorziet ze van stuifmeel en nectar zodat de larve zich kan ontwikkelen. In de eerste fase neemt de koningin het meeste werk op zich, zoals het voeden, bouwen en verzorgen.

Vanaf april verschijnen de 1ste generatie van werksters. Zij nemen steeds meer taken over: verzamelen voedsel (nectar, stuifmeel), bouwen en verzorgen van later broed. De koningin blijft eieren leggen.

Vanaf ongeveer juni ontstaan de jonge koninginnen en mannetjes. Zij worden grootgebracht door de werksters. De jonge koninginnen en mannetjes verlaten nadien het nest om te paren. Na de paring zullen de mannetjes sterven. De oorspronkelijke koningin en werksters sterven ook af, zodra de kolonie haar taak heeft volbracht.

De jonge koninginnen gaan na de paring op zoek naar geschikte plekken om te overwinteren, en zo begint het volgende jaar opnieuw. 

Wat kun jij doen?

De Weidehommel is een vroege voorjaarsbestuiver die onze fruitbomen en wilde bloemen leven inblaast, maar ze heeft het moeilijk door het verdwijnen van bloemrijke plekken en geschikte nestplaatsen. Je kunt haar gelukkig eenvoudig helpen. Plant vooral vroege bloeiers zoals Wilg (Salix), Rododendron (Rhododendron), Klein hoefblad (Tussilago farfara), Dovenetel (Lamium), zodat de koninginnen die al in februari ontwaken meteen voedsel vinden. Andere planten die je kunt aanplanten zijn: Braam (Rubus), Klaver (Trifolium), Dwergmispel (Cotoneaster), Framboos (Rubus idaeus), Smeerwortel (Symphytum), Krokus (Crocus), Blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus) en Sneeuwbes (Symphoricarpos albus).

Laat daarnaast wat rommelige hoekjes in je tuin staan, want oude graspollen, bladeren of mos zijn perfecte plekken voor een nest of overwintering.

Opgelet bij sommige plantsoorten

De Rododendron (Rhododendron) is giftig.

Klein hoefblad (Tussilago farfara) is giftig en bij inname zorgt het voor leverschade. Daarnaast is deze plant kankerverwekkend bij inname.

De bessen van de Dwergmispel (Cotoneaster) zijn nauwelijks giftig. Bij een inname van minder dan 10 bessen volstaat het om wat water te drinken.

Smeerwortel (Symphytum) kan giftig zijn. De haren van het blad zorgen voor huidirritatie.

De Krokus (Crocus) is licht giftig voor de mens. Het gif smaakt erg bitter en de plant wordt vaak uitgespuwd na een ‘accidentele’ consumptie. Bij kleine kinderen treden er klachten op zoals diarree, braken en maagpijn. Wanneer er een hogere dosis ingenomen is, kan er duizeligheid, koliek en toevallen van cardiovasculaire collaps optreden.