Viltvlekzandbij
Andrena nitida
Habitat
De Viltvlekzandbij komt in geheel Nederland voor. Deze bijensoort bewoont uiteenlopende landschappen, zoals bosranden, groeven, heidegebieden, stedelijke gebieden, stadstuinen en parken.
Uiterlijk
Levenscyclus
De volwassen bijen zullen overwinteren. De vrouwtjes overwinteren in of nabij het nest. Zodra de temperatuur in het voorjaar stijgt, komen ze uit de overwinteringsplaats. De Viltvlekzandbij vliegt van half maart tot half juli. De mannetjes zullen actief rond heggen, struiken of bij de nestgebieden vliegen om te zoeken naar vrouwtjes om mee te paren.
Na de paring graaft het vrouwtje haar nest in bermen, hellingen, zandpaden, tussen vegetatie op droge of vochtige gazons. Deze bijensoort nestelt doorgaans in vlekke of hellende weiden met kort gras, zoals grasvelden of weilanden. Het nest bestaat uit een hoofdgang met zijgangen naar de broedcellen. In elke broedcel legt het vrouwtje een ei met bovenop een voorraad aan pollen en nectar voor de toekomstige larve.
Uit het ei komt de larve die zich voedt met de voedselopslag. De larve groeit en vervelt meerdere keren, waarna de larve verpopt naar een bij. De popfase vindt in de broedcel ondergronds plaats.
De volwassen bijen komen in de lente uit de pop. De vrouwtjes die uitkomen beginnen weer te foerageren, te paren, en maken nieuwe nesten. Daarna overwinteren ze, en de cyclus herhaalt zich.
Wat kun jij doen?
De Viltvlekzandbij is een grondnestelaar. Om deze bijensoort beter te helpen kun je stukjes kale grond van zand, leem of droog grasland ongemoeid laten. Daarnaast voedt de Viltvlekzandbij zich met voorjaarsbloeiende en houtige gewassen, zoals Esdoorn (Acer), Kers (Prunus), Meidoorn (Crataegus), Sleedoorn (Prunus spinosa), Wilg (Salix) en Stekelbrem (Genista anglica). Het is dus verstandig om een variatie hiervan aan te planten in de tuin. Bovendien kun je ook andere nectarplanten aanpoten, zoals Dovenetel (Lamium), Ereprijs (Veronica), Appel (Malus), Peer (Pyrus), Framboos (Rubus idaeus) en planten uit de Schermbloemenfamilie (Apiaceae).
Opgelet bij sommige plantsoorten
De bessen van de Laurierkers (Prunus laurocerasus) zijn weinig giftig. Bij inname van minder dan 5 bessen dient de persoon water te drinken. Bij een hogere inname moet er contact opgenomen worden met de huisarts. De bladeren en andere plantdelen zijn giftig.
Alle delen van de Zoete kers (Prunus avium) zijn giftig, met uitzondering van de rijpe kersen.
De stam, bladeren en pit bevatten blauwzuur bij de Kers (Prunus). De rijpe vrucht is het enige aan deze plant dat niet giftig is.
De bessen van de Sleedoorn (Prunus spinosa) zijn weinig giftig. Bij een inname van minder dan 10 bessen volstaat het om wat water te drinken.
De Pruim (Prunus domestica) is een zwak giftige plantensoort, maar de vruchten zijn eetbaar.
De bessen van de Meidoorn (Crataegus) zijn nauwelijks giftig. Bij een inname van minder dan 10 bessen, kan de persoon beter een glas water drinken. Bij een inname van meer dan 10 bessen, moet er contact opgenomen worden met de huisarts.
Stekelbrem (Genista anglica) is zwak giftig voor mensen.
