Skip to content Skip to footer

Veldhommel

Bombus lucorum

Habitat

De Veldhommel komt voor in Europa, de gematigde delen van Azië, Alaska en het westelijke deel van Canada. Deze hommelsoort neem je in alle landschapstypen waar, met uitzondering van veen- en moerasgebieden omdat de grond dikwijls te vochtig is om te nestelen.

Uiterlijk

Levenscyclus

De Veldhommel neem je waar van maart tot en met september. De grootte van de kolonie bestaat uit 100 tot 400 individuen.

Alleen de jonge koninginnen overleven de winter, meestal in de grond of onder bladafval. In maart komen zij uit hun winterslaap, gaan op zoek naar nectar en stuifmeel, en zoeken een geschikte nestplaats. Vaak gebruiken ze verlaten muizenholen of holen van andere dieren, die ze bekleden met gras, bladeren of mos.

De koningin begint met het verzamelen van voedsel en legt de eerste eieren. Uit deze eieren komen werksters, die vanaf dat moment het verzamelen van nectar en stuifmeel en de verzorging van de larven overnemen. Hierdoor kan de kolonie snel groeien. Later in de zomer legt de koningin zowel onbevruchte eieren (waaruit mannetjes ontstaan) als bevruchte eieren (waaruit jonge koninginnen ontstaan).

Mannetjes en jonge koninginnen vliegen uit en paren. In de herfst sterven de oude koningin, de werksters en de mannetjes. Alleen de jonge koninginnen zoeken een plek in de bodem of onder bladeren om te overwinteren.

Wat kun jij doen?

De Veldhommel heeft behoefte aan voedsel, nestgelegenheid en veilige overwinteringsplekken. In je tuin kun je daar eenvoudig aan bijdragen.

Je plant nectar- en stuifmeelrijke bloemen aan, zoals Wilg (Salix), Hondsdrag (Glechoma hederacea), Prunus (Prunus), Braam (Rubus), planten uit de Heidefamilie (Ericaceae) en planten uit de Schermbloemenfamilie (Apiaceae). 

Deze hommelsoort nestelt vaak in verlaten muizenholen of in holtes onder gras, bladeren of mos. Daarom laat je beter delen van de tuin wat ruig en ongemoeid, met graspolletjes en beschutte hoekjes.

Omdat jonge koninginnen overwinteren in de grond of onder bladafval, hark je in de herfst best niet alle bladeren weg en laat een deel van de tuin natuurlijk liggen.

Door je tuin op deze manier in te richten, help je niet alleen de Veldhommel, maar ook veel andere wilde Bijen, Vlinders en Insecten.

Opgelet bij sommige plantsoorten

De bessen van de Laurierkers (Prunus laurocerasus) zijn weinig giftig. Bij inname van minder dan 5 bessen dient de persoon water te drinken. Bij een hogere inname moet er contact opgenomen worden met de huisarts. De bladeren en andere plantdelen zijn giftig.

De stam, bladeren en pit bevatten blauwzuur bij de Kers (Prunus). De rijpe vrucht is het enige aan deze plant dat niet giftig is.

De bessen van de Sleedoorn (Prunus spinosa) zijn weinig giftig. Bij een inname van minder dan 10 bessen volstaat het om wat water te drinken.

De Pruim (Prunus domestica) is een zwak giftige plantensoort, maar de vruchten zijn eetbaar.

Alle delen van de Zoete kers (Prunus avium) zijn giftig, met uitzondering van de rijpe kersen.