Rosse metselbij
Osmia bicornis
Habitat
De Rosse metselbij komt voor in Europa, Noord-Afrika en in de gematigde delen van Azië tot in Iran en Centraal-Azië. Deze bijensoort bewoont verschillende leefgebieden waar er maar voldoende bovengrondse nestgelegenheden zijn en met in de buurt vochtige, leemachtige grond en bloeiende planten. Zo komt de Rosse metselbij veelvoudig voor in stedelijke gebieden, bosranden en groeven.
Uiterlijk
Levenscyclus
De Rosse metselbij heeft een heel andere levenscyclus dan andere Hommels, omdat het een solitaire bij is. Dit betekent zonder koningin of werksters.
Rond maart en april worden de mannetjes het eerst actief. Ze wachten bij nestgangen tot de vrouwtjes uitkomen en paren dan meteen. Na de paring beginnen de vrouwtjes met het zoeken naar geschikte nestplaatsen – kleine holletjes in hout, rietstengels, gaten in muren of speciale bijenhotels. In elke nestgang let het vrouwtje meerdere cellen achter elkaar. Ze brengt stuifmeel en nectar als voedselvoorraad. Ze legt een eitje bovenop die voorraad. Daarna sluit ze de cel af met een wandje van klei of modder. Vandaar ook de naam metselbij. In 1 nestgang zitten vaak meerdere cellen, van achter naar voren geplaatst.
Na een paar dagen komen de larven uit de eieren en voeden zich met de stuifmeel-nectarvoorraad. Zodra het voedsel op is, verpoppen de larven zich in een stevige cocons. Binnenin die cocons ontwikkelen ze zich tot volwassen Rosse metselbijen.
De Rosse metselbijen zijn al helemaal ontwikkeld voor de winter, maar blijven nog veilig in de cocons. Zo slapen de Rosse metselbijen de koude maanden door. Tijdens de eerste warme dagen in maart en apri; knagen de volwassen Rosse metselbijen zich uit de cocons. De mannetjes komen als eerste uit en wachten bij de nestgangen op de vrouwtjes. Daarna begint de hele cyclus opnieuw.
Wat kun jij doen?
De Rosse metselbij is 1 van de vriendelijkste en nuttigste tuinbewoners. Deze bijensoort steekt niet en is een uitstekende bestuiver van fruitbomen en bloemen.
Je kunt deze bijensoort ondersteunen door het zorgen van nestgelegenheid. Hang een bijenhotel op en hang deze op het zuiden of zuidoosten, zonnig en beschut tegen regen en wind. Een bijenhotel moet geboorde houtblokken of bundels riet/stengels van 6 tot 9 mm doorsnee en minstens 10 cm diepte hebben.
De Rosse metselbij vliegt vooral in april en mei, precies als fruitbomen bloeien. Belangrijke planten om aan te planten zijn onder andere Appel (Malus), Peer (Pyrus), Wilg (Salix), Zomeruik (Quercus robur), Gevlekt longkruid (Pulmonaria officinalis), Witte dovenetel (Lamium album), Ranonkel (Ranunculus asiaticus), Aalbes (Ribes rubrum), Kruisbes (Ribes uva-crispa) en Braam (Rubus).
Je kunt natuurlijke materialen laten liggen in de tuin. Holle stengels van riet, braam of vlier kunnen dienen als nestgangen. Een kale plek met wat leem of klei helpt de bijtjes om hun nestcellen af te sluiten.
Opgelet bij sommige plantsoorten
