Skip to content Skip to footer

Grasbij

Andrena flavipes

Habitat

De Grasbij leeft in West-Europa en Noord-Afrika tot in het noordelijke gedeelte van de Himalaya. Deze bijensoort bewoont zeer uiteenlopende open en zonnige landschappen, zoals bosranden, duinen, uiterwaarden, parken, heidegebieden, dijken, groeven en stadsparken.

Uiterlijk

Levenscyclus

De Grasbij is bivoltien: ze heeft twee generaties per jaar. De 1ste generatie vliegt van begin maart tot begin juni. De 2egeneratie vliegt van half juni tot begin september. De Grasbij graaft het nest in een stevige, kleiige of lemige bodemsoort. Nieuwe nesten liggen meestal binnen een decimeter van een bestaand nest.

Wat kun jij doen?

De Grasbij zorgt voor de bestuiving van verschillende planten in diverse biotopen. Deze bijensoort help je door planten in de tuin of omgeving te planten, waar ze nectar en stuifmeel vinden. Geschikte planten zijn onder andere Paardenbloem (Taraxacum officinale), Wilg (Salix), planten van de Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae), planten van de Composietenfamilie (Asteraceae), planten van de Schermbloemenfamilie (Apiaceae) en planten van de Vlinderbloemenfamilie (Fabaceae). Daarnaast voedt deze bijensoort zich ook met fruitbomen, zoals Appel (Malus), Peer (Pyrus) en Zoete kers (Prunus avium). 

Naast voedsel hebben ze ook nestplaatsen nodig. Je helpt ze door in de tuin open, zonnige plekjes met losse zandige grond te creëren. Daar kunnen ze jaar na jaar hun nesten maken.

Opgelet bij sommige plantsoorten

De bloemen, bladeren en wortels van de Paardenbloem (Taraxacum officinale) zijn eetbaar. De stengels echter niet.

Alle delen van de Zoete kers (Prunus avium) zijn giftig, met uitzondering van de rijpe kersen.